SAM staat volledig achter het initiatief van de dorpsmolen in Tzum. De gemeente kan wel een grotere rol spelen in het ondersteunen van dit soort initiatieven, vinden wij. Hanna van der Werff sprak daarover in de raadsvergadering van donderdag 28 januari. Ook stelde Hanna vragen over de ruilverkaveling rondom Harlingen en Franeker. 

Vanavond voor de vergadering liet ik de hond uit. Ik loop dan langs vijf molens die zachtjes ruisend staan in het vrije, vlakke landschap. De molens vertellen mij hoe de wind staat en dat ik bijna thuis ben. Ik heb geen last van deze molens. Er is één aspect van deze molens wat mij stoort. Hoewel het voor vele omwonenden een ingreep in hun landschap is geweest en zij daar mogelijk ook hinder van ondervinden, gaan de baten van deze molens niet naar de mienskip maar naar een kleine groep eigenaren. Zo ver wij weten zijn dat nog wel inwoners van deze regio, maar dat is op andere plekken al niet meer het geval. De opbrengst verdwijnt dan, wij de lasten en zij de lusten.

Hoe anders is dit bij de molen van Tzum. Er is door een groep enthousiastelingen hard gewerkt om een mooi voorstel te maken om deze molen te laten herrijzen. Met een nieuwe molen en alle inkomsten voor de deelnemers. Fantastisch, SAM is voor. Wat ons echter nog wel van het hart moet is de harde weg die deze groep mensen heeft moeten begaan. Omdat er doorzetters in deze groep zitten, komt deze molen er wel. Menigeen was door alle regels en het gedoe afgehaakt. Daar kunnen wij als gemeente een rol in spelen om enthousiaste groepen in dorpen en wijken te ondersteunen in het realiseren van hun plannen.

Ruilverkaveling

Wij hebben vragen over de ruilverkaveling rondom Harlingen en Franeker. In de memo gestuurd op 28 december 2020 is te lezen dat er een wijziging van een beleidsregel is gedaan. Reden voor deze wijziging is dat een deel van de percelen met cultuur historische waarde reeds beschadigd is. Deels autonoom en deels door schaalvergroting. De raad van Franekeradeel heeft in 2013 gekozen voor bescherming van deze percelen. Er werd door middel van verboden en een  omgevingsvergunningsstelsel gewaarborgd dat deze percelen niet zo maar aangepast mochten worden. In de ingediende zienswijzen is destijds geen bezwaar te vinden over deze bescherming.

We zijn nu januari 2021 en nu blijkt dat dit niet geleid heeft tot instandhouding van de percelen zoals zij waren. En nou vragen wij ons af, hoe kan dat nou? Daarom stellen wij de volgende vragen.

  1. Is in 2013 een inspectie geweest om deze percelen goed in kaart te brengen, om zo handhaving te borgen?
  2. Wanneer vond deze schaalvergroting plaats?
  3. Bent u het met ons eens dat schaalvergroting geen juiste reden is om percelen met cultuur historische waarde aan te passen?
  4. Is er gedacht aan handhaving en herstel?
  5. Waarom wordt er gekozen voor financiële compensatie maar ook samenwerking op vrijwillige basis?
  6. Hoe is er in 2015 gecommuniceerd met eigenaren van percelen waarbij er sprake was van cultuurhistorische waarden? Waren zij op de hoogte van de beperkingen?
  7. Wat gaat u nu anders doen dan de afgelopen 5 jaar om de cultuur historische waarden beter te beschermen?

Wij zijn akkoord gegaan met een informatieve bijeenkomst, zo krijgen wij meer inzicht in het proces en is er ruimte om kritische vragen te stellen. Wij houden u op de hoogte.