Wat SAM betreft is de jeugdzorg het belangrijkste punt uit deze begrotingswijziging. Het is nogal wat, we gaan ons richten op een besparing. Daar hebben we eerder al beleid voor ingezet om de kwaliteit en kosten beter te bewaken. We hopen dat we hier de vruchten van gaan plukken maar daar hebben we alle hands on deck voor nodig. Geen land ter wereld met zoveel zorgverleners en tegelijkertijd zulke lange wachtlijsten.
De problemen in de jeugdzorg zijn een weerspiegeling van onze maatschappij. Het efficiency denken waarbij we non-stop denken hoe we iets tot het volle potentieel willen laten komen. We testen waar iets niet goed gaat en proberen dat recht te trekken, er het meeste uit te halen. Maar ook het wantrouwen in de maatschappij en de daarbij behorende controle. We vertrouwen niet meer op de uitkomst.
In de ggz-zorg als geheel kreeg het efficiency denken vorm in het medische model, met als instrument de DSM. Het handboek met daarin de omschrijving van diagnoses. Het medisch model gaat uit van een ABC. A is de oorzaak van B zijn de klachten die opgelost worden door C de behandeling. We kunnen B dan in beeld brengen met onderzoek en dan weten we vanuit de wetenschap welke C we moeten inzetten.
Er wordt steeds gedacht dat er ergens een perfecte plek is voor zorg. Dat als je dus maar de juiste C kan vinden dat het dan goed komt. Dat zorgt voor lange zorgtrajecten en soms ook te weinig eigen inzet om het probleem aan te pakken of te accepteren dat er een beperking is.
De betalende partijen van de zorg in Nederland: overheid en zorgverzekeraars proberen op deze manier ook de kosten te beheersen. ABC zorgt namelijk ook voor vaste richtlijnen per diagnose, en de richtlijnen volgen: evidence based behandelen is dan de afgelopen jaren de norm. Dat klinkt altijd heel mooi, weten dat iets bewezen effectief is. Als we het echter terugleiden naar de persoon dan betekent dat de meest effectieve behandeling voor een eetstoornis CBTE is. Echter weten we ook dat 40 tot 50 procent van de mensen hier niet van profiteren. Dat is een harde boodschap, we gaan iets doen maar geen idee of het bij jou ook werkt. Als het niet werkt, volgt er duurdere zorg en we weten vooraf niet of het wel of niet werkt.
Hoewel we in de jeugdzorg de classificerende diagnose als voorwaarde voor zorg hebben losgelaten, is het in de maatschappij nog wel een middel om deuren in bijvoorbeeld het onderwijs of voor uitkeringen te openen. We verbinden een diagnose aan mogelijkheden. En vergeten te kijken naar de mens.
We hebben een behoefte om het ongrijpbare te willen verklaren zodat we ons kunnen wapenen. We verbinden daardoor steeds dingen met elkaar en gaan dat zien als een oorzakelijk verband. Echter heel vaak zijn het de dingen die samen voorkomen en niet per se dat het een de ander veroorzaakt. Een voorbeeld: Mensen met dementie hebben significant hogere hoeveelheden microplastics in hun brein. Je zou kunnen concluderen dat microplastics een rol hebben in het ontstaan van dementie. Ze komen samen, het ene is niet goed en dan is de conclusie zo getrokken. Maar het kan ook zijn dat dementie ervoor zorgt dat je meer microplastics in het brein krijgt doordat de brein barrière afneemt en het dus makkelijker in het brein komt. De eerste hypothese is een prettig idee, het ongrijpbare van dementie is dan te voorkomen door geen micro-plastics binnen te krijgen (als dat al lukt). Maar de tweede hypothese betekent dat je het nog altijd niet weet.
Zo is dat ook met jeugdzorg: We zoeken steeds naar harde feiten, naar alsdan verbanden. Maar het is niet zo eenvoudig te stellen en lastig te onderzoeken. Er zijn enkele feiten bekend: Armoede vergroot de kans op psychische problematiek en dat geldt ook voor scheidingen. Met name de vechtscheiding.
Daarna is er ook op ingezet dat de ingezette zorg moet kloppen met de diagnose. Maar we missen hiermee de complexiteit. Want wat nou als je niet maar één diagnose hebt? Als naast je problemen ook jouw ouders in scheiding liggen, er ook nog lichamelijke problemen zijn of dat er financieel weinig ruimte is, of dat er sprake is van een verstandelijke beperking. Dan weten we opeens allemaal niet meer hoe we een probleem moeten oplossen. Zodra het complexer wordt, gaat een kind op reis door de jeugdzorg. Er komen steeds meer mensen aan boord, met ieder een stukje advies. Je hebt misschien wel meer tijd nodig om te helen, of de omstandigheden moeten eerst rustiger.
Hoe complexer de casus, hoe meer zorg vraag en hoe minder aanbod er is. Dan werkt dit model van we zoeken snel naar a en b en dan weten we c namelijk niet meer. Het wordt spannender wat de uitkomst zal zijn, of een kind nog veilig is. En onder spanning is het nodig dat er mensen risico durven nemen. Dat we buiten de lijnen durven kleuren, dat de olifant in de kamer benoemd wordt en dat iemand dekking ervaart vanuit andere professionals. Die ruimte zit in de grote instellingen, maar die worden nou juist vaak onder een vergrootglas gelegd: is het wel evidence based? En die hebben veel personeel verloren de afgelopen jaren.
Het vraagt soms ook van een gebiedsteam een andere denkwijze. Bijvoorbeeld op andere manieren het mogelijk maken dat een ouder voor zijn kind kan blijven zorgen. Financieel ondersteunen, buiten de vaste lijnen een bijdrage doen waardoor het wel weer lukt. En dat vraagt mogelijk van ons dat wij beschikkingsvrije jeugdzorg gaan organiseren. Dat wij de ambtenaren daar de ruimte voor geven, dat we accepteren dat er af en toe iets niet goed loopt zodat de fouten besproken kunnen worden en we ze goed op kunnen lossen.
Qua controle: niet de uitkomst telt maar het proces: wat heb je gedaan om te helpen? Want als we sturen op uitkomst, dan is het voor aanbieders vooral aantrekkelijk om alleen de mensen die in abc passen te helpen, en dat is niet de groep met de hoogste zorg nood.
Er is genoeg geld, maar het moet anders ingezet worden. Er is ook genoeg personeel in de zorg maar het moet beter ingezet worden. SAM staat achter de keuzes die gemaakt worden om de middelen anders in te zetten. Bijvoorbeeld beschikkingsvrije jeugdzorg, ongelijk investeren in wijken of durven stoppen met iets wat niet werkt. Want zorgen voor een ander is spannend, zeker als je abc weer aan de kleuters over laat en dat je gaat zorgen dat de weerbarstige praktijk ruimte krijgt.
